Ik krijg vaak de vraag
Mensen vragen me vaak hoe het komt dat ik zoveel verschillende figuren kan dansen. Er zijn verschillende redenen waarom dat zo is, en ik denk dat het een combinatie is van ervaring, techniek en improvisatie.
Ten eerste heb ik veel tijd besteed aan het oefenen van verschillende figuren. Door regelmatig te oefenen, vooral met verschillende partners, leer ik sneller variaties toe te passen en nieuwe dingen uit te proberen.
Daarnaast heb ik een sterke basis in de fundamentele dansstappen en technieken. Als je de basis goed beheerst, wordt het veel makkelijker om nieuwe figuren op te pakken en te integreren in je dans. Ik focus me dus vaak op het perfectioneren van die basis.
Ook ben ik iemand die graag improviseert. In dansen zoals swing, boogie woogie en balboa is improvisatie een belangrijk onderdeel. Ik vind het leuk om mee te gaan met de flow van de muziek en de energie van mijn danspartner, en dat helpt me om te variëren met figuren.
Een andere bron van inspiratie voor mij is het observeren van andere dansers. Tijdens lessen, workshops, en sociale dansavonden zie ik vaak nieuwe bewegingen die ik zelf wil proberen. Dat helpt me om mijn repertoire steeds verder uit te breiden.
Als ik naar een social ga, bekijk ik zeker twee figuurtjes die ik al eerder geleerd heb op mijn telefoon. Die dans ik dan ook meerderen malen met verschillende volgers. Dit werkt goed om het in je systeem te krijgen. Ik kijk wel of de volger het dansniveau aan kan voordat ik een figuur dans.
Tot slot denk ik dat flexibiliteit en aanpassingsvermogen ook belangrijk zijn. Elke danspartner heeft een andere stijl, en ik vind het leuk om me daaraan aan te passen. Het geeft me de kans om mijn figuren te variëren en soms zelfs nieuwe bewegingen te ontdekken.